Grote grondmonsters

Voor typische Nederlandse bodemcondities is samen met Deltares de DLDS ontwikkeld. Hiermee kunnen grondmonsters genomen worden van slappe klei of veenlagen met een diameter van 40cm en een maximale hoogte van 100cm tot 10m diepte.

Waarom grote grondmonsters nemen

Bij het nemen van standaard grondmonsters voor geotechnisch laboratoriumonderzoek treed altijd enige mate van verstoring op waardoor de variatie in grondeigenschappen zoals die volgt uit laboratoriumonderzoek groter dan de werkelijke variatie. Om het werkelijke grondgedrag beter te kunnen bepalen worden zogenaamde “block samplers” gebruikt. Deze worden gebruikt om grote monsters te kunnen steken, zowel om in laboratoriumomstandigheden ongeroerde proefstukken te trimmen, als beschikbaar maken van monsters om in de grote opstellingen te kunnen beproeven.

Toepassing grote grondmonsters

Recente ontwikkeling in het toetsen en ontwerpen van bijvoorbeeld waterkeringen is het gebruik van probabilistische methoden. In dergelijke analyses speelt de variatie in grondeigenschappen een belangrijke rol. Het bepalen van deze variatie in grondeigenschappen in een bodemlaag wordt bemoeilijkt omdat bij het bemonsteren van grond het monster enigszins wordt verstoord. Om de variaties in grondeigenschappen beter te kunnen bepalen kunnen DLDS monsters genomen worden en beproefd.

Recent zijn in het kader van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden monsters genomen tot 5,5 m diepte om met modellen te kunnen voorspellen hoeveel en hoe snel de veengrond nog kan dalen als gevolg van veensamendrukking, onder verschillende scenario’s van belasting en grondwaterstand. Veen is ontzettend slap en bevat vaak grote stukken hout of riet. Dat maakt het lastig om onverstoorde grondmonsters van veen te nemen met monstername apparatuur waarmee kleinere diameter grondmonsters genomen worden.