Vinger aan de pols bij schade aan gebouwen en infrastructuur
Kennisportaal Klimaatadaptatie schrijft:
Als de grondwaterstand ver uitzakt, kan dit negatieve gevolgen hebben:
- Verdroging van stedelijk groen, landbouwgewassen en natuur, doordat wortels geen water meer kunnen onttrekken. Dit uit zich in extra groenbeheerkosten, bladverlies, sterfte en natuur- en bermbranden.
- Schade aan gebouwen en infrastructuur door lokale bodemdaling, zogenaamde verschilzetting. Dit uit zich in scheuren, scheefstand van gebouwen, loszittende trottoirtegels en gebroken leidingen.
- Schade aan houten (paal)funderingen. Wanneer houten paalfunderingen niet permanent onder water staan, komt zuurstof bij de palen. Dit maakt de groei van schimmels mogelijk die het hout geleidelijk afbreken en de stabiliteit van het bovenliggende gebouw verminderen. Ook dit uit zich in scheuren, scheefstand en gebroken leidingen.
Door stijgende en dalende grondwaterspiegels kunnen kleilagen zwellen en uitdrogen en daarmee zorgen voor zettingen. Het vochtgehalte van kleilagen kan daarmee een belangrijke parameter zijn om te volgen. Bijvoorbeeld in verband met de stabiliteit van dijken of het monitoren van het risico op verzakking van gebouwen.
Hiervoor zijn vochtsensoren op de markt. De meeste meten de permittiviteit, de temperatuur en het elektrische geleidingsvermogen. Daarbij is er een duidelijke relatie tussen de permittiviteit en het bodemvochtgehalte. Er zijn meerdere formules te vinden om de permittiveit om te zetten in bodemvocht. Deze formules corrigeren echter niet voor de temperatuur, terwijl deze de metingen behoorlijk beïnvloed. Daarnaast wordt de permittiviteit behoorlijk beïnvloed door de bodemlaag waar de sensor in staat. De meeste vochtsensoren zijn, omdat ze vooral zijn ontwikkeld voor de glastuinbouw en akkerbouw, gekalibreerd voor steenwol en (kokos)veen. Deze substraten worden veel gebruikt in de glastuinbouw, maar komen niet voor in de diepere ondergrond. Daarbij komt dat de hier voorkomende bodemlagen binnen korte afstand sterk van samenstelling kunnen wijzigen. Kleilagen kunnen zandiger worden, of juist meer organisch stof bevatten, etc.
Wiertsema &Partners kan met een zelf ontwikkeld protocol, voor iedere bodemlaag waarin een vochtsensor wordt geplaatst, de realtime gemeten temperatuur en permittiviteit omzetten in een vochtgehalte. Hiermee kan doorlopend het vochtgehalte in de tijd worden gevolgd.