Korrelgrootteverdeling

Voor het bepalen van de fractieverdeling van de korrels van verschillende grondsoorten, zijn er twee mogelijke proeven: De delen groter dan 63 micron (µm) worden gescheiden door het materiaal op een zevenreeks mechanisch te schudden; De delen kleiner dan 63 micron (µm) worden gescheiden door het verschil in bezinksnelheid van de verschillende fracties.

Deze methode berust op de ‘Wet van Stokes’: de bezinksnelheid van vaste deeltjes met een gegeven radius en soortelijk gewicht in een stilstaande vloeistof met een bekende viscositeit; een deeltje (korrel grond) die onder zijn eigen gewicht valt, zal een eindsnelheid bereiken wanneer er een balans is ontstaan tussen de zwaartekracht, het drijfvermogen, en alle trekkrachten op het deeltje. De korrelgrootteverdeling wordt bepaald door gebruik te maken van röntgenstraling met lage energie. Door de intensiteit van de doorgelaten röntgenstraling op verschillende plaatsen en op verschillende tijdstippen te meten, wordt een beeld verkregen van de korrelgrootteverdeling. De kleinste korreldiameter die op deze manier kan worden gemeten is 0,1 micron.

Een korrelgrootteverdelingsdiagram kan worden gepresenteerd ten opzichte van de droge stof (totaal monster) of ten opzichte van het mineraal deel (organische stof is verwijderd).

Indien de fractie groter dan 63 micron bepaald dient te worden, wordt een bepaalde hoeveelheid gedroogd grondmonster materiaal overgebracht in een bekerglas. Aan dit monster wordt een peptisator-oplossing toegevoegd om uitvlokking te voorkomen. Dit mengsel blijft 16 uur in de week staan en vervolgens op een 63 micron zeef met water uitgespoeld (gewassen). Het materiaal, dat op de zeef achterblijft, wordt gedroogd en mechanisch gezeefd op een zevenreeks met behulp van een schudtafel. Het materiaal, dat na schudden op elke zeef achterblijft, wordt terug gewogen en cumulatief verwerkt in een uitwerkingsprogramma.

Indien de fractie kleiner dan 63 micron ook bepaald dient te worden, wordt gebruik gemaakt van een sedigraaf. Het fijne materiaal dat bij een korrelverdeling nat verloren gaat door uitspoeling, wordt opgevangen in een bekerglas en een deel ervan wordt gebruikt voor bepaling van de fracties kleiner dan 63 micron.



Uw contactpersoon

Johann van der Kaap

Johann van der Kaap

Hoofd Laboratorium
Button